Willem Twee - Grafisch atelier - Mario Dijsselbloem - Spiegelzaal - Marie Pop - 6 mei 2017 e.v.
Willem Twee - Grafisch atelier - Mario Dijsselbloem - Spiegelzaal - Marie Pop - 6 mei 2017
+ Grafiek en de jonge kunstenaar - expositie in de grote presentatieruimte - 20 mei
6/5 expositie met werken van Mario Dijsselbloem - Spiegelzaal en Grafisch atelier
6/5 expositie Leviathan in de Spiegelzaal met werk van het kunstenaarsduo Marie Pop
20/5 Grafiek en de jonge kunstenaar - expositie in de grote presentatieruimte 20 mei
In de grote presentatieruimte is een "arena" gebouwd waarin een aantal jonge kunstenaars hun grafiek presenteren die zij afgelopen tijd in het Grafisch atelier gemaakt hebben, samenwerkend en experimenterend.
Na een introductie door Ivonne van der Velden van Willem Twee hield Cornelie Samsom een lezing* met als titel Broeders en zusters. Curator van de tentoonstelling is Fenne Westra.
De kunstenaars zijn Amanda van Wijk, Bernice Nauta, Cecilia Rebergen, Danni van Amstel, Davor Šubaric, Eva Spierenburg, Gilles de Brock, Hanna de Haan, Jonas Raps, Matthias Schaareman, Mirka Farabegoli, Pim Tieland en Rabi Koria.
zie ook april, maart, februari, januari, december, september,
info Willem Twee en het Grafisch Atelier
©2017 Gerard Monté
*tekst van de lezing van Cornelie Samsom:
Broeders en Zusters
Maken doe je nooit alleen. Ook al sta je moederziel alleen te buffelen in je atelier, zit je ’s avonds in
je eentje achter je bureau of werk je solistisch in de werkplaats - er is iets altijd iets buiten jou
waarmee je communiceert: vakbroeders, opdrachtgevers, publiek, een docent, een kunstenaar,
iemand van wie je houdt of gewoon de hele mensheid. Zonder de ander, ontstaat er geen werk.
I’m writing stories with you on my mind, aldus Sanne Hans oftewel Miss Montreal in het liedje
Writing Stories. Ik maak verhalen, met jou in mijn achterhoofd.
Makers zijn verhalenvertellers die zich verhouden tot zichzelf, elkaar, de kunst en de wereld. Dat
gebeurde ook hier, waar jonge kunstenaars op uitnodiging van Fenne Westra een combinatie van
bestaand en nieuw werk maakten in een arena van panelen die als tekenveld, druktafel, muur en
werkblad dienden. Een compositie die ontstaat door ontmoeting en contact met broeders, maar ook
door de beperking van een nieuwe techniek of de eigenschappen van een ruimte, waar je het maar
mee te doen hebt. Ook frictie kan ruimte geven.
Vroeger hoefde je daar niet zo lang naar te zoeken, naar die frictie. Honderd jaar geleden werd mijn
grootvader grootgebracht binnen het dogma van religie en regime. Hij mocht niet linkshandig zijn,
niet zijn eigen beroep en weg kiezen, niet dansen en niet zijn eigen gedachten hebben. Mijn opa en
zijn broers en zussen lieten het er niet bij zitten en maakten hun eigen verhaal, met hun ijzeren vader
in hun achterhoofd. Dat verhaal gaat over verwonding, maar ook over veerkracht, vindingrijk zijn. Op
een ochtend stopte hun kleine broertje stenen in zijn broek voor zijn dagelijkse aframmeling,
waardoor de heer des huizes dagenlang met een lamme hand rondliep. Een autoritaire vader die niet
horen wil, moet maar voelen.
Uiteindelijk werd mijn opa alleen rechtshandig en besloot hij alle andere geboden naast zich neer te
leggen. Tot woede van mijn overgrootvader, die met lede ogen toezag hoe de kinderen die hij met
harde hand had opgevoed volwassen werden en hun eigen keuzes maakten. Trotse en koppige
mannen en vrouwen waren het, wiens wil hij niet had kunnen breken. Met die koppigheid kreeg mijn
vader weer te maken, en met zijn weerbarstige vader in zijn achterhoofd, gaf hij ons veel vrijheid.
Waardoor ik - u raadt het al - soms weer verlangde naar een strenge vader. (het is ook nooit goed)
In ieder geval zit het in deze tijd wel goed, met die vrijheid. We mogen liefhebben, werken, geloven,
leven en kunst maken zoals we willen – gelukkig maar. In onze wereld mag je zonder god of gebod
zijn wie jij bent. Je kunt alles worden en the sky is nog lang niet the limit.
Maar alles is soms ook onoverzichtelijk, en die hemel is misschien vet kosmisch, maar ook wel heel
erg oneindig. Op kunstacademies wordt het ook wel de hyperkeuze genoemd: de eindeloze
mogelijkheden waarmee jij als jonge kunstenaar in deze tijd je verhaal kan vertellen. Het woud aan
keuzes herbergt ook een risico tot verdwalen. Want hoe kun je groeien, zonder ergens aan gemeten
of geschraagd te worden? Wat gebeurt er met je, als je alleen tegen jezelf op kunt botsen? Waar
moet je beginnen? En wat is nou eigenlijk jouw pad?
In de kunstwereld hebben we de canon afgeschaft, zijn de grote verhalen verteld en kan een
gesigneerde plee doorgaan voor high brow kunst. Met niets of niemand in je achterhoofd, kan je
alles maken wat je maar wil.
Elke dag kan jij de beste versie van jezelf worden: hoe veelbelovend is dat. Maar een set van
competenties zijn met een website en een waslijst aan prestaties, is ook wel eenzaam.
Mens of kunstenaar worden, kun je niet alleen.
’Je zegt ik ben vrij, maar je bedoelt: ik ben zo eenzaam,’ aldus kunstenaar tegen wil en dank André
Hazes in Geef mij nu je angst. We willen gevoed worden, ontmoeten, omhelzen en worstelen, en we
verlangen ernaar deel uit te maken van een groter geheel. We willen nodig zijn, maar ook iemand
nodig hebben.
In een tijd van onthechting waarin alles je eigen verdienste of falen is en waarin bestuurders en grote
bedrijven jou onder het mom van zelfredzaamheid met potlood in hun agenda zetten, wordt het
verlangen naar solidariteit en ontmoeting sterker.
Jonge kunstenaars ontdekken de kracht van samenwerken. En dan niet in termen van polderen en
vergaderen over je statement, atelierruimte, exposities en gages, maar samen werken, samen zijn op
een plek waar je je kunt verhouden tot kunst, techniek, elkaar, tot traditie en nieuwe ontdekkingen
in een gezamenlijk werkritme waarin heden, verleden en toekomst samenvallen.
Plekken zoals het Grafisch Atelier waar je kunt ontdekken dat grootheden elkaar niet uitsluiten maar
elkaar juist in evenwicht houden: autoriteit en autonomie, rebellie en restrictie, verwonding en
veerkracht, grote verhalen en kleine details. Waar je kunt denken met je handen en waar de
beperking van een techniek nieuwe ruimte schept. Waar je gebroederlijk inkt, papier, zuur,
zeeframen en zinkplaten onderzoekt, elkaar helpt - of juist met rust laat.
Waar je geen stenen in je broek hoeft te stoppen om je te verzetten tegen een strenge klassieke
vader, maar je mag verhouden tot traditie zonder blind te hoeven gehoorzamen. Waar je vrij kunt
zijn, door je ergens aan te binden. Waar je mag zijn wie je bent - in dialoog met de wereld om je
heen.
Het is ook de reden waarom dit soort plekken moeten blijven bestaan, want waar kunstenaars
samenwerken worden niet alleen vette dingen gemaakt - zoals we zo meteen gaan zien - maar kan
ook datgene ontstaan waar geen harde hand tegen bestand is: broederliefde.
Het is dankzij jonge kunstenaars als Amanda van Wijk, Bernice Nauta, Cecilia Rebergen, Danni van
Amstel, Davor Subaric, Eva Spierenburg, Gilles de Brock, Hanna de Haan, Jonas Raps, Matthias
Schaareman, Mirka Farabegoli, Pim Tieland en Rabi Koria dat we kunnen kijken naar werk dat iets
laat zien over die constante dynamiek tussen makers en de wereld om hen heen, naar het verlangen
een individu te zijn, maar ook verbonden - naar onszelf als mens dus.
Het werk van deze jonge kunstenaars gaat over fragmentatie, scherfjes die één geheel vormen,
subtiele ingrepen die een ruimte ineens een ander gezicht geven. Ze gaan over bouwplaatsen in
ontwikkeling, over verdwijnen, over inwisselbare identiteit, over hermetische bunkers die als een
kaartenhuis in elkaar donderen, over gevoed worden door oude geesten, over stoer de ruimte
nemen of fluisterend je naam zeggen. Ik dacht dat ik het wist, luidt de titel van een werk.
Bij deze kunstenaars gaat maken en zoeken over groeien in gesprek met je werk, elkaar en de
wereld.
Moderne eenzaamheid kan een gevangenis zijn, maar uiteindelijk wint broederliefde het lekker toch.
Misschien wist die andere kunstenaar tegen wil en dank dat nog wel mooist te verwoorden in een
brief aan zijn broer Theo, in juli 1880. Vincent van Gogh schrijft: ‘’Weet je wat de gevangenis doet
verdwijnen? Elke diepe, oprechte genegenheid. Vrienden zijn, broers zijn, liefhebben, dat opent de
gevangenis met soevereine kracht, door een machtige betovering. Wie dat niet heeft, blijft in de
dood. Maar daar waar de genegenheid opbloeit, bloeit het leven weer op.’’
Broederliefde rules, mensen. Wees welkom, en als u denkt die kunstenaar wil ik ontmoeten - vraag
dan aan Fenne welk mens bij dat toffe werk hoort.
© Cornelie Samsom, mei 2017 (website)