Museum Slager - expositie Jean Thomassen - Knettergek of geniaal? - absurd realisme - 11 augustus 2019
Museum Slager - expositie Jean Thomassen - Knettergek of geniaal? - absurd realisme - 11 augustus 2019
+ 24/9 lezing over het Leven in de Gouden Eeuw
+ 11/8 Museum Slager - expositie Jean Thomassen - Knettergek of geniaal?
foto's van de opening in bewerking
Een expositie van werken van Jean Thomassen (1949) uit diverse (buitenlandse) privé-collecties voor één keer bijeen gebracht.
De schilderijen zijn gemaakt in een absurd-realistische stijl, soms portretten, soms met politieke commentaren, en vaak met portretten van zijn muze Ine Veen, waarvan hij een foto gezien had in een artikel van Henk van der Meijden. Hij had haar via de krant een brief gestuurd met vraag haar te mogen schilderen. Dat mocht en naast dat zij, danseres en actrice, zijn schildertalent herkende en stimuleerde, sloeg ook de vonk tussen hen beide over. Zij is nog altijd zijn verloofde. Helaas kon zij niet aanwezig zijn.
Jean Thomassen vertelde me dat hij overdag mantelzorger voor haar is, 's avonds schrijft hij (inmiddels 18 boeken) en 's morgens vroeg staat hij om 3 uur op om tot een uur of tien te schilderen. Dat schilderen doet hij nu al 52 jaar, 365 dagen per jaar.
Zijn werken zitten vol herkenbare gebouwen, mensen, situaties, geschiedenis-elementen, vaak met wat spottende humor, maar altijd met gevoel ondanks het realistische karakter. De absurde draai in zijn werken maakt ze vervreemdend en toch toegankelijk. En zeer interessant en leuk om langdurig naar te kijken, je ziet steeds nieuwe dingen. Voor de tentoonstelling trek je dan ook het best flink wat tijd uit.
In het boek bij de expositie, Jean Thomassen - absurd realism, staan veel werken goed gedetailleerd afgebeeld in hoge kwaliteit. Het boek heeft een voorwoord van Ine Veen, de auteur is Glenn Janes.
Over zijn leven, zijn moeizame jeugd, zijn gezondheid als kind, de ontdekking van de 17-eeuwse fijnschilders in het Haagse Mauritshuis, de afwijzing voor de kunstacademie, de verwerping van zijn werk door de kunstkritiek omdat abstract in de mode was, zijn leven met zijn muze, schreef hij de autobiografie 1900 en gisteren, de absurde realiteit. (In het boek met zijn werk wordt in het voorwoord de titel van het boek met het jaartal 1990 genoemd.)
Een van de hoogtepunten van de tentoonstelling is het kleinste schilderij ter wereld (Guinness Book) van 1.2 mm bij 1,2 mm. De schilder vertelde dat een eerder versie bij het tonen aan een bezoeker op de grond viel en nooit meer teruggevonden werd. Op het schilderij(tje) is het rechteroog van Ine Veen afgebeeld. (neem een vergrootglas mee.)
Een andere topper is het drieluik Last Judgement Day dat in het Bosch-jaar 2016 al eerder in het museum te zien was toen de BOE (Bosch Open Experience) het afgewezen had.
Een aantal mensen (oa Hans en Monique uit Brussel) hebben zich er sindsdien voor ingezet om de huidige expositie voor elkaar te krijgen. Niet alle verzamelaars konden hun schilderijen tijdelijk missen maar er zijn toch drie zalen gevuld.
Jean Thomassen portretteerde zichzelf ook vaak als "kunstenaar als jonge man", met snor en lang haar. Op de expositie is ook een beeld met zijn portret in de hoedanigheid te zien, net als dat van Ine Veen. Beide bustes zijn gemaakt door Willem van Beelen.
De openingstoespraak was van Henk van der Meijden (tekst zie onder*)
De Haagse stadsdichter Victor Meijer droeg zijn gedicht over Ine Veen in drie Haagse dialecten voor (en poseerde bij het schilderij over Den Haag).
Matthias, zoon van mede-initiatoren Hans en Monique, speelde Schotse doedelzak.
Jean Thomassen bedankte alle medewerkers en organisatoren van de expositie, Pia Lindeman van het museum deed ook.
... fotoselectie volgt,
(c) 2019 Gerard Monté
-----
+ 24/9 lezing over het Leven in de Gouden Eeuw
door kunsthistorica Birgitte Mommers
...
(c) 2019 Gerard Monté
-----
zie evt ook Het Nederlands stilleven - 'Stil even' - 30 jaar vrolijk verzameld april 2019
zie ook de expositie van Eveline van de Griend in februari 2019
zie ook de expositie met het werk van Friso Wiegersma in nov 2018
zie evt ook de expositie over Oorlogsspotprenten van Jan Sluijters in oktober 2018
zie evt ook foto's van de expositie Human Behaviour met werk van Eddy Stevens in augustus 2018
zie evt ook de expositie In dialoog van Monique Broekman maart 2018 en van Jan Asselbergs in mei j.l.
info museumslager.com
©2019 Gerard Monté
Het museum heeft nu ook een ingang aan de kant van het Sint-Janskerkhof
- nieuwe openingstijden per 3 febr.:
dinsdag tot en met vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur
zaterdag en zondag van 13.00 – 17.00 uur.
-----
zie evt ook de presentatie bij Heinen van de Paadjesmakers nr 19 over de familie Slager
-----
Openingstekst van Henk van der Meijden
1
Hartelijk welkom bij deze tentoonstelling van de unieke schilder Jean Thomassen.
Het moet voor jou Jean een emotionele dag zijn om hier voor het
eerst in je leven bijna al je schilderijen hier in museum Slager BIJ
ELKAAR te zien. Want lieve mensen Jan is in de luxepositie waar elke
schilder van droomt! Zodra één van werken klaar is wordt het
meteen aan een van de verzamelaars uit binnen- of buitenland
verkocht… Dat maakt deze expositie uniek voor ons maar ook voor
hem.
We zijn dan ook dank verschuldigd aan de vele verzamelaars die voor
deze expositie hun Jean Thomassen beschikbaar stelden en nu lege
plekken aan hun muur een paar maanden voor lief nemen. Een paar
verzamelaars konden helaas ondanks smeekbeden geen afscheid
nemen van hun werk. Dat mag echter ook een compliment zijn. Het
toont dat een Jean Thomassen zoveel meer is dan een mooi plaatje.
Het laat niemand onberoerd. Het sleept je mee. Het ontlokt soms
een glimlach maar roept ook verbazing op? Het kan schokken en zelfs
boosheid teweegbrengen. Het grijpt je bij de keel maar kan ook
ontroeren. Vele emoties door elkaar denderen door je hoofd als een
carrousel waarbij ook de waanzin van het doek schreeuwt. De
waanzin van het leven die Jean blijft inspireren. De waanzin die in de
eenzame nachten in zijn atelier bij hem opkomt. Het is eigenlijk of je
gehypnotiseerd wordt maar het allerbelangrijkste is: het zet je aan
tot denken!
In het Rijksmuseum is de gemiddelde kijktijd van een schilderij dertig
seconden. Bij een Jean Thomassen worden die seconden MINUTEN.
Het gebeurt zelfs dat museumbezoekers een kwartier nodig hebben
om alles op te nemen en te verwerken. Neem de tijd dus vandaag…
of kom nog eens terug!
Het Museum Slager is ook een unieke locatie. Heilige grond bijna
want een van zijn voorganger en inspiratie Jeroen Bosch ligt hier
ergens in de bodem van dit museum en het toenmalige Hofke
begraven en misschien dwaalt zijn geest hier na vijf eeuwen nog altijd
rond…
Jean Thomassen schrijft met deze expositie geschiedenis in de
kunstwereld. Of neen, kunstwereld mag ik niet zeggen. Jean haat het
woord ‘kunstenaar’ die zich vaak zoals hij zegt vreemd kleden en zich
aanstellen op allerlei feestjes. Jean zegt “Ik ben schilder, dat is ook
een ambacht als een bakker” of om dit museum te noemen: slager.
Om deze wereldtop te bereiken heeft Jean veel van het normale
leven zoals de meeste mensen leiden – opgeofferd. Al zal hij dat
woord haten. Hij leeft al jaren bijna als een kluizenaar in zijn huis en
atelier in HEILO. Elke nacht om drie uur begint hij te schilderen… Tot
tien uur ’s morgens is hij niet alleen gedreven maar ook bijna bezeten
aan het werk.
Hij leeft pas echt in zijn schilderijen. “Ik woon in mijn schilderijen!”
roept hij. Hij sluit de wereld daarbuiten volledig af. Als hij werkt
verkeert hij in een roes, is hij in een soort trance en probeert hij
absurde spook- of waanzinbeelden die rond tieren in zijn hoofd op
het doek te vereeuwigen.
Hij creëert vaak een waanzinnige wereld. Huizen met een ritssluiting,
stadsgezichten met huizen die uitpuilen van figuren. Huizen die
splijten om te laten kijken naar indringende mensen. Een boom op
het dak, een ingeblikt rijksmuseum of de keuken van de melkmeid
van Vermeer met vliegende schotels boven haar hoofd. Een
landschap met loensend lelijke ogen, gebakken eieren die door de
lucht vliegen en ogen die verwerkt zijn in de plaats van kleding. Het
zijn kennelijk onverwerkte beelden uit zijn vaak traumatische leven.
In zijn werken komen ook beelden terug van de holocaust, de
concentratiekampen, de gaskamers, … Het naziregime laat hem nooit
los merk je. Het zorgt letterlijk ook voor nachtmerries in de stille
werknachten in zijn atelier. Er is ook een soort heimwee naar een
ongelukkige eenzame jeugd.
Jean Thomassen zegt zelf: “Veel mensen houden een dagboek bij.
Voor mij verwerk ik al mijn herinneringen die ‘s nachts door mijn
hoofd denderen in mijn werk.” In die trance creëert hij waanzinnige
beelden. Zeven nachten per week is hij zijn eigen nachtwacht
geworden.
2
HET BEGIN
Waar zal ik beginnen met mijn verhaal? Welk begin is passend bij de
opening van deze unieke expositie? Als ik om me heen kijk vraag ik
me af HOE BEGINT JEAN THOMASSEN AAN EEN SCHILDERIJ?
In het prachtige boek Absurd Realism dat ter gelegenheid van deze
expositie is verschenen staat een foto van Jean en zijn Ine Veen bij
een wit doek. EEN GROOT LEEG DOEK. Dit is het moment waarop hij
zal beginnen aan zijn grootste drieluik Last Judgement, dat ook hier
te zien is. Het is het begin van een gevecht zoals Jean dat zelf noemt.
Met verbijstering en ontzag welt de vraag op dat moment bij hem op.
Wat moert er nu in hemelsnaam op komen? Moet ik op dat enge lege
doek links of rechts beginnen? Jean zet muziek op van Pink en later
Pink Cadillac, Pretty Things of Johnny Cash en zegt “Ik maak nooit
schetsen van tevoren… Nee ik werk in het wilde weg. Als een
vloedgolf ’s nachts komt van alles in me boven. Borrelen gedachten
en herinneringen op en ik heb altijd een lijstje bij me met verzoeken
van mijn opdrachtgever. Deze man wilde een werk in de geest van
Jeroen Bosch maar dan een eigentijdse Jeroen Bosch met op de
buitenkant zoals in zijn tijd de opdrachtgevers maar nu geen verstilde
foto’s. Zelf wilde hij worden afgebeeld als een satan met
bokkenpoten en zijn zoon als doedelzakspeler. Voor zijn vrouw had
hij een portret bedacht met Draculatanden of kreeftenpoten. Het
was een opening voor de hel op het drieluik waar naast de hemel het
Last Judgement was te zien. Bij het begin is er altijd die onrust, is er
dat beangstigend gevoel: komt het wel goed?”
Voor Jean moest het zoals bij elke schilder zijn ultieme werkstuk
worden. Soms is er een dood punt, dan drinkt hij in snel tempo een
fles wijn op. Bij twijfel of als hij niet te redden was sneed hij alles
kapot, maar nu heeft hij iets van: “Tegen wil en daad moet ik dit
afmaken! Ik moet net zo lang doorgaan tot niets mij meer stoort. Het
is ook pas klaar als het me niet meer ergert. Daarna heb ik er niets
meer mee, is het een product geworden.”
“Mijn beste schilderij moet nog komen” is zijn credo “maar dat Last
Judgement, mijn grootste drieluik ooit, was een aanslag op mijn
leven.)” Vijf jaar van 2006-2011 voerde hij een gevecht om het te
voltooien. Een enorme uitdaging want zo’n werk mag nooit een
maniertje worden. En tijdens die vijf jaar kwam telkens die gedachte
boven: “Het kan altijd beter!”
“En dan stortte ik me weer in dat gevecht: Te veranderen, opnieuw
te creëren.” Om zijn eigen woorden te gebruiken.
Dat vreet tijd en energie. Waar komt die waanzin volgens zijn eigen
woorden vandaan om te blijven verbeteren? Hij zegt: “Ben ik de
enige gek met die afwijking?”.
Nee, Johannes Vermeer had ook diezelfde stress tijdens het
schilderen. Het zwanger meisje in het blauw waarvoor hij het
kostbare LAPIS LAZULI gebruikte. Bij onderzoek met een microscoop
ontdekte men dat hij het doek vele maken had overschilderd om het
huidige resultaat te krijgen.
3
INE VEEN’S ONTDEKKING!
Maar nu nog iets over de Hommage aan Jean. Zelf wil hij het, zei hij
me, liever een hommage noemen aan zijn geliefde Ine Veen. Zonder
haar hadden we hier nooit gestaan. Had deze tentoonstelling nooit
plaats gehad. Ze is niet alleen zijn geliefde, zijn muze, zijn criticus
maar ze is ook zijn ontdekker geweest…
Hoeveel talent Jean ook had zij bereidde de weg naar zijn nu grote
carrière en opende deuren die tot dan voor hem gesloten bleven.
Helaas kan zij hier niet aanwezig zijn. Zij is aan bed gekluisterd. Maar
ergens is zij hier toch want bijna op alle tientallen schilderijen, ook op
de drieluiken 1960 en triomf van de dood, komt zij voor… Honderden
maken heeft Jean haar geschilderd. Deze beeldschone creatieve
vrouw verdient nu zeker een applaus!
Nu terug naar het sprookje zoals het begon. Het sprookje van de
jonge beeldschone Ine en de jonge, onbekende straatarme schilder…
Het was 1973. Jean leefde op een zolderkamer, letterlijk op de rand
van de armoede. Hij schilderde soms op plankjes die hij bij het groot
huisvuil vond. Hij had ook geen geld om doeken te kopen. Vaak
schilderde een ander schilderij over een ander werk heen want hij
wilde blijven schilderen. Dag en nacht was schilderen het enige wat
hij deed. Het leek een obsessie. Hij dacht ook nooit aan verkopen.
Het leek hem niet te interesseren…
Hij werkte geobsedeerd door. Het was het clichébeeld van de
straatarme schilder zonder toekomst. Tot alles veranderde met Ine
Veen.
Ine was in die tijd al een multi-talent. Ze was ballerina in binnen en
buitenland. Een ster bij het Hannover ballet en speelde in 22
toneelstukken bij Karl Gutmann’s Ensemble. Ze was ook te zien in 36
tv-spelen. Daarbij viel zij op door haar uitstraling en klassieke
schoonheid. Ik interviewde haar regelmatig voor De Telegraaf.
Eenmaal riep ik haar uit tot Nederland’s mooiste actrice en plaatste
daarbij een prachtige foto die dit duidelijk benadrukte.
Op dag van publicatie stond mijn telefoon roodgloeiend van mannen
uit heel Nederland die in contact met deze felbegeerde vrouw wilden
komen. Ook brieven van deze fans landden op mijn bureau. Tussen
deze stapels vond ik ook een briefje van een onbekende jongeman uit
Den Haag. Hij wilde haar zoals de meeste andere schrijvers niet
bellen of spreken maar was in tegenstelling tot de meeste andere
schrijvers niet uit op een avontuurtje.
Hij schreef me dat hij een partner van haar wilde maken en of ik dat
kon regelen. Hij had bij het plannen van zijn kleine atelier De
Telegraaf uitgespreid op de vloer met het bewuste artikel over
Nederland’s mooiste actrice en was bezeten van die foto.
Ik belde Ine en vroeg haar of ze deze brief wilde hebben. Kennelijk
was zij geïntrigeerd door dit idee. Ik vind het nu zij hier helaas niet
kan zijn haar zelf hierover aan het woord te laten!
Ze schrijft nu zelf in het voorwoord van het prachtige boek Jean
Thomassen - Absurd Realism over de brief: “Het was voor mij
inderdaad een volslagen onbekende jongen, die bezeten was van het
idee om mij te portretteren. Dat schilderij, bemerkte ik later, had
echt iets bijzonder. Maar wat? Het leek niet op het werk van iemand
anders. Het had zijn eigen ‘gezicht’ zoals we dat ook zien bij het werk
van Bernard Buffet, El Greco of van Gogh. Met de laatste zien we
duidelijke paralellen zoals zijn fanatieke drang om te schilderen en
het feit dat niemand in het resultaat geïnteresseerd was. Ik bezocht
Jeans atelier onverwachts op de laatste dag dat ik aan het werk was
met de crew van Bruce Lee voor de film Kung Fu against Godfather
aan de Scheveningse Boulevard. Voor mij werd het duidelijk dat deze,
toen op Jezus lijkende kunstenaar, een duw in de juiste richting nodig
had om de lege en verlaten wereld te breken die hij om zichzelf heen
had gecreëerd. Hij was niet bezig om te proberen zijn werk te
verkopen en had ook helemaal geen geld. Hij was alleen maar
geobsedeerd door schilderen en was zeker niet van plan een relatie
met mij te beginnen. Bij een tweede bezoek bij hem nam ik een klein
miniatuur van mij waarop ik werd afgebeeld als Eva met de appel.”
Ine stapte er mee naar de Galerie Artim in Den Haag. Dit was de
plaats voor realistische schilderijen zoals Carel Willenk, Johfra en
Diana van den Berg. Jean Thomassen kon meedoen aan een
groepstentoonstelling. Ine verscheen op de opening met vriendin
Mathilde Willink. Het zorgde voor publiciteit! Kort daarna had de
Artim groep een expositie in het Van Reekum museum.
Dankzij Ine kreeg Jean zijn eerste successen. Tineke de Nooij maakte
in die periode een documentaire over Jean en Ine Veen. Dat werd
Jean’s doorbraak!
Ine schrijft: “Ondertussen waren Jean en ik verliefd op elkaar
geworden. Het was duidelijk dat deze man alleen maar wilde
schilderen. Hij had geen vrienden, keek geen tv en was niet in sport
geïnteresseerd. Hij wilde alleen maar 365 dagen en nachten
schilderen. Hij was erg arm, had geen stuiver en was zich ook niet
bewust van de Sociale Dienst waar je hulp kon krijgen. Ik had
besloten dat dit de man was waarmee ik me wilde verloven. In het
geheim kocht ik de diamanten ringen zinder het hem zelfs te vragen.
We zijn nu na 46 jaar nog steeds verloofd. Ik kocht schildersmateriaal
voor hem en gaf hem de gelegenheid te schilderen!! Dat deed Jean
vele nachten. Hij schilderde in die tijd miniaturen op het formaat van
een halve luciferdoos.”
Het was Ine die hem tenslotte overhaalde na al die miniaturen
GROTER te gaan werken. Zij was dan ook meer dan een muse maar
de motor achter het succes van vandaag.
Waar zij ook vanaf haar ziekenbedenorm meeleeft met de man die zij
de liefde leerde kennen en wiens leven zij als een echte toverfee
veranderde en hem naast succes ook geluk bracht.
(c) Henk van der Meijden /gerarddenbosch